Je bent hier: Home / Over Cedin / Nieuws en achtergrond / Dwars
BLOG
Ragnild Zonneveld is onderwijsadviseur hoogbegaafdheid en pedagogisch coach. Ze begeleidt scholen, kinderopvangorganisaties, kindcentra, ouders en kinderen op het gebied van hoogbegaafdheid en ontwikkelingsvoorsprong. Daarnaast is ze, als jonge kind specialist, gespecialiseerd in de brede ontwikkeling van het jonge kind. In haar blogs neemt ze je mee in de kenmerken van hoogbegaafde kinderen. Wil je na het lezen van haar blog meer weten of heb je belangstelling om met onze cursussen te leren over hoogbegaafdheid bij kinderen? Neem dan contact op met Ragnild.
Dwars
“Bastiaan, nu ben ik er even klaar mee. Ik heb je al een paar keer gewaarschuwd, en je blijft zand over de klei gooien. Ga maar even op de stoel zitten, dan ga ik de klei maar weer schoonmaken.”
Verstoord poot ik Bastiaan op de stoel. Ook Bastiaan kijkt verstoord: hij was net lekker aan het spelen met de klei. Althans, dat vindt hij zelf. Ik ben er wat minder van gecharmeerd, dat hij onze klei combineert met het zand uit de zandtafel.
Bastiaan is aanwezig. Als hij ergens enthousiast over is, gaat hij er met kop en kont in. Als hij iets in zijn hoofd heeft, moet je van sterken huize komen om hem er van af te brengen. En als hij iets níet ziet zitten, kun je op je kop gaan staan, maar dan gaat het niet gebeuren. Een jongen met een sterke eigen wil, gecombineerd met een behoorlijke dosis fysieke energie.
Een prachtig en geweldig kind, maar in de groep soms best ingewikkeld. Hij kan door de groep stuiteren en je het bloed onder de nagels vandaan halen, als zijn ideeën in de clinch liggen met het dagprogramma. Een kind als Bastiaan daagt je als begeleider uit, en soms heb je wat minder energie om mee te bewegen of grenzen aan te geven. Er zijn tenslotte nog meer kinderen in de groep die je aandacht vragen, nog los van logistieke zaken en organisatie.
Mijn geduld en pedagogische tact zijn op dit moment in ieder geval even op. Terwijl ik het zand van de klei probeer te wassen, mopper ik nog door. “ik heb het al een paar keer gezegd, hè Bastiaan? Zand hoort in de zandtafel, klei hoort bij de klei. Weet je waarom? Kijk, het lukt bijna niet om het zand weer van de klei af te krijgen. En dat vind ik zonde.” Bastiaan zit met zijn armen over elkaar op de stoel. Hij zegt niets, maar zijn lijf moppert net zo hard als ik.
Als Bastiaan wordt opgehaald, vertellen we samen aan zijn vader wat er is gebeurd. Vader herkent het gedrag van Bastiaan: ook thuis is zijn sterke eigen wil en zijn energieniveau niet altijd makkelijk te begeleiden.
De volgende dag komt zijn vader bij me.
“Ik heb het voor het slapen gaan nog even met hem gehad over de klei. Heb je gisteren ook aan hem gevraagd waarom hij het deed?”
Ik krijg een kleur. Nee, dat heb ik niet gedaan. Ik moet bekennen, dat ik al te ver in mijn irritatie zat. “Dat kan ik me voorstellen hoor,” zegt vader geruststellend. “Dat overkomt mij ook regelmatig. In elk geval: ik vroeg hem gisteravond waarom hij dat nou steeds deed, terwijl juf had gezegd dat het niet mocht. En weet je wat hij vertelde? Hij was oliebollen aan het bakken. En daar moest natuurlijk poedersuiker over heen!” Ik schiet in de lach.
Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong zijn vaak creatief in hun denken en in het gebruik van materialen. Ook een hoog energieniveau en een sterke eigen wil zijn kenmerken, die we vaak zien bij kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. Bastiaan is hier een schoolvoorbeeld van. Hij kan enorm creatieve verhalen en toepassingen bedenken. Briljant bedacht, maar niet altijd handig in de klas. Voeg daarbij het hoge energieniveau en een sterke wil, en je zou zomaar kunnen denken dat een kind als Bastiaan druk en dwars is. Dat beïnvloedt vervolgens je eigen reactie: je raakt geïrriteerd. Deze kinderen krijgen regelmatig negatieve feedback op hun gedrag en begrijpen lang niet altijd waarom.
Creativiteit, een hoog energieniveau en stevig in je schoenen staan: dat zijn kwaliteiten waar we bij volwassenen trots op zijn. Door Bastiaan ontdekte ik, hoe belangrijk het is om even door te vragen. Waarom doet een kind iets? Wat gebeurt er? Dat betekent niet dat je alles goedkeurt, maar wel dat je gedrag beter kunt begrijpen en op waarde kunt schatten. En dat je een alternatief kunt bieden.
Bastiaan mag weer lekker met de klei spelen. Samen maken we poedersuiker van papiersnippers. “Juf, ik ga nu appelflappen maken. Kijk, dit is de appel!” Bastiaan houdt een kapla-plankje omhoog en ik steek met een grijns mijn duim in de lucht. Wat een geweldig kind.