Triceratops

Je bent hier: Home / Over Cedin / Nieuws en achtergrond / Triceratops

BLOG

Ragnild Zonneveld is onderwijsadviseur hoogbegaafdheid en pedagogisch coach. Ze begeleidt scholen, kinderopvangorganisaties, kindcentra, ouders en kinderen op het gebied van hoogbegaafdheid en ontwikkelingsvoorsprong. Daarnaast is ze, als jonge kind specialist, gespecialiseerd in de brede ontwikkeling van het jonge kind.  In haar blogs neemt ze je mee in de kenmerken van hoogbegaafde kinderen. Wil je na het lezen van haar blog meer weten of heb je belangstelling om met onze cursussen te leren over hoogbegaafdheid bij kinderen? Neem dan contact op met Ragnild.

Triceratops

“O wat leuk, heb je een dino meegenomen? Daar kun je straks mooi mee spelen,” riep ik enthousiast.

Ik werkte net in deze groep en had nog niet veel ervaring. Allard was een verlegen jongen. Hij viel niet echt op. Observeerde wat er gebeurde in de groep, maar zei bijna niets. Op een dag had Allard iets stevig in zijn vuist geklemd. Van achter zijn moeders benen keek hij met een schuine blik naar mij. Zijn bruine ogen keken me wat onzeker aan. Zijn moeder probeerde hem naar voren te schuiven. “Toe maar Allard, je wilde het zo graag laten zien aan juf. Doe eens niet zo verlegen, dat ben je thuis ook nooit.”

Inmiddels zag ik een dino-hoofd uit Allards vuist steken en om hem – en zijn moeder – te helpen, liet ik luid en duidelijk weten dat ik de dino had ontdekt. Helaas met tegenovergesteld effect:  Allard draaide zich om, klemde zich aan de benen van zijn moeder en verstopte zijn gezicht en zijn dino.

Even later in de groep gaf mijn collega Allard een knipoog, om hem te laten merken dat ze hem binnen had zien komen. Ze liet hem eerst even rustig een plekje vinden en ging op de grond zitten. In de buurt, maar niet te dichtbij. Toen hij oogcontact maakte, zei ze nonchalant: “Hé Allard, gezellig dat je er bent. Wat heb je eigenlijk meegenomen?” En Allard sprak de legendarische woorden: “Een tyrannosaurus rex. Maar het is geen echte natuurlijk, want die zijn uitgestorven. Deze is van plastic.”

We stonden met onze oren te klapperen. Was dit Allard? De jongen die bijna nooit praatte? Van wie we ons soms afvroegen hoe het met zijn woordenschat en zinsbouw gesteld was, hoewel zijn moeder wel eens vertelde dat ze thuis soms gek werd van zijn gepraat en gevraag?

Mijn collega stond op terwijl ze zei: “Dat is toevallig, in groep 5 staat een mooi boek over dinosaurussen, zullen we die even ophalen?” En daar gingen ze. Allard kwam met rode wangen en lichtjes in zijn ogen terug en liet mij het boek zien. Samen bladerden we er door heen. Ik hoefde alleen maar te vragen: “En welke is dit?” Ineens zag ik, wat Allards moeder thuis zag. “Dat is een velociraptor, die heeft vleugels. Het lijkt wel een vogel. En dat is een triceratops, die eet alleen maar planten. Weet jij ook of hij alle planten at?”

Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong hebben soms een diepe en verregaande interesse in onderwerpen die je niet direct bij jonge kinderen verwacht. Dat valt in de groep niet altijd op: de omgeving en het taalgebruik zijn er niet op ingericht. Dat zorgt er voor, dat kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong niet laten zien wat ze kunnen. Ze passen zich aan de groep aan. Voor de meeste peuters  en kleuters is een dino gewoon een dino, maar sommigen hebben al veel meer kennis in huis: Allard kende ze allemaal bij naam en toenaam en wist ook nog wat ze aten en hoe groot ze waren.

Die dag leerde ik van mijn collega en Allard, hoe belangrijk het is om een open vraag te stellen.  Dan kun je aansluiten bij het antwoord en bij de ontwikkeling van het kind. Door in te gaan op wat ze zeggen en bijvoorbeeld een boek uit groep 5 te halen. Daarmee geef je de kinderen de ruimte om te laten zien wie ze zijn en wat ze weten, in plaats dat zij zich aanpassen aan jouw manier van vragen.

Jaren later, in een andere groep, had Mees een dino-shirt aan. Mees was nog niet zo lang bij ons en vond alles spannend. Hij kroop achter zijn moeder weg en keek met een schuine blik naar mij. “Hé Mees, wat fijn dat je er bent. Wat staat er op je shirt?“ Mees kwam voorzichtig wat achter zijn moeder vandaan en keek naar zijn buik. “Triceratops,” zei hij zachtjes en bedremmeld. Ik knielde neer, keek aandachtig naar zijn shirt en zei: “O ja, nu zie ik het! Wist je, dat die alleen maar planten at?” Mees kwam achter zijn moeder vandaan met een grote glimlach. Hij knikte zo hevig ja, dat zijn haar voor zijn ogen vloog. Ik veegde zijn haar aan de kant en stak mijn hand uit. “Kom, dan heb ik een mooi boek voor je.”

Neem contact op

Heb je vragen over de dienstverlening van Cedin? Stuur ons een bericht en we nemen zo spoedig mogelijk contact met je op.

Start met typen en druk op enter om te zoeken..